Ouderdag

Wanneer sergeant I. J. de Vries meteen door cabaretier Paul van Vliet geïnspireerde  stem roept 'Mannen, nu aantreden voer de groepsfoto op de trap voor de eetzaal', is  de traditionele Ouderdag in de Johan Willem Friso-kazerne te Assen bijna voorbij. Lacherig laten de Libanon-gangers van morgen hun ouders, vrouwen, verloofdes, vrienden en vriendinnen, broers en zusters, kortom hun achterban even in de steek om  aan de oproep van de bataljonsfotograaf gehoor te geven. Lacherig en uitgelaten: de opleiding zit er op, nog twee dagen en de reis gaat beginnen en al met al viel het bezoek van de burgerhap reuze mee.

Als een geroutineerd massa regisseur staat De Vries op een laddertje de golvende zee  van Blauwe Baretten te redigeren. Jullie daar, een beetje links . . . de kleintjes voorop . . . nee lange, jij niet, ze moeten er allemaal op. Leuk voor later, als jullie elkaar  allemaal weer vergeten zijn . . . . . Sergeant 1 De Vries heeft het publiek op zijn hand.

Voor de officiële slotparade op het kazerneplein een aardig informeel besluit van een  dag, die voornamelijk tot doel had de relaties van de kersverse unifil-militairen zo  uitgebreid mogelijk kennis te maken met de VN-opleidingen de situatie in Libanon waarin de  aflossers terecht zullen komen.

Belangrijk voor de militairen zelf, die nu weten dat de thuisblijvers een beter inzicht  hebben in het even dat zij de komende maanden zullen leiden. Belangrijk ook voor die achterban, die nogmaals - en nu van anderen - te horen en te zien heeft gekregen  waarom hun eigen Unifiller naar Libanon gaat en wat hij daar zal gaan doen. Ouderdag  in Assen - een belangrijke dag dus.

En daarom werd er ruim van tevoren door het hele detachement als afsluiting van de  opleiding ijverig gepoetst, geveegd, geschrobd en opgeruimd. Ieder voor zich wil dat  de groep als geheel een goede indruk zal maken. Dat is men aan elkaar en aan de eer van  het 43st verplicht.

De lezing en de film in het overvolle WZZ-qebouw is voor de militairen minder  interessant dan voor hun gasten. Zij weten het nu zo langzamerhand wel. Maar het  burgerpubliek luistert en kijkt aandachtig. Het is er immers evenzeer bij betrokken.

Hoe groot die betrokkenheid is blijkt het meest duidelijk wanneer na de gezamenlijke  lunch in de manschappeneetzaal het grote bonte gezelschap gasten van de Unifillers in-spe  zich naar het exercitieterrein begeeft waarde meest gebruikte voertuigen en het belangrijkste  materiaal staat opgesteld. De YP - hier legergroen, maar straks in Libanon wit met  de letters U.N. , zoals iedereen al weet - maakt de meeste indruk.

Een enkele vrouw laat zich door een hoffelijk uitgestoken hand verleiden het voertuig  te beklimmen: voer voor fotografen, evenals de schaar- en nachtkijkers, die vooral  bij de moeders de meeste aftrek vinden omdat ze er 'niet zo gevaarlijk uitzien. Het  geïnteresseerde publiek laat zich bij elk tentoongesteId object uitvoerig inlichten  over doel en gebruik. Aandachtig wordt er geluisterd en bevestigend geknikt als men  de werking van de punt vijftig of het nut van het bij de PSU behorende verbandpakje begrijpt.

En het kan natuurlijk niet uitblijven dat vaders en soms ook oudere broers hun eigen  diensttijd erbij halen. 'Dat is nog eens wat anders dan mijn Lee Enfield', wijzend op  een Uzi. Of 'Als je dat met ons uniform vergelijkt' doelend op de uitgestalde PSU.

Voor de dames ligt het allemaal wat anders. Een andere wereld, toch meer een mannenwereld.  Zelfs de mobiele veldkeuken heeft op het eerste gezicht weinig herkenbaars. En omdat de  jongens het nu eenmaal zo graag willen, laten ze zich geduldig met hun man, vriend of zoon  bij al die vreemde attributen fotograferen. 'Leuk voor als ´ie weg is´ denken ze, maar van  hun gezicht kun je dan iets van trots aflezen. Terecht, want tenslotte is hij - die ene met  die splinternieuwe blauwe baret - toch maar uit gekozen. En zo lang duurt het ook niet  voordat hij weer terug is.

En in die tussentijd zal de groepsfoto van sergeant 1 De Vries ergens in huis een  ereplaats krijgen.

 

 

Bron : 'Blauwe Baretten Tussen Twee Vuren in Libanon'
Tekst : Drs. P. Kamphuis, B. van Opzeeland en A. Tjepkema