Nederlandse eerste luitenant Arie de Bruin

Arie de Bruin was (hij is inmiddels overleden) een Nederlandse eerste luitenant, die aan het begin van de UNFIL-missie in Libanon, in augustus 1979, gewond raakte. De Bruin (dan 29) was afkomstig uit Zundert en vlak voor uitzending getrouwd. Tijdens de missie werd hij getroffen door een kogel, die zijn bovenlichaam doorboorde en daarbij een vitale zenuw raakte in de ruggegraad (de kogel drong de rechterschouder in en verliet het lichaam via de linker), waardoor hij vanaf borsthoogte verlamd raakte. Dat was in een vuurgevecht met de Christelijke militie van majoor Haddad (Palestijnse Nationale Beweging): dit was een eenheid die door Israel werd gesteund en die dus de aartsvijand was van de P.L.O. Dus ze waren allen in gevecht met de Palestijnen.

Er vond indertijd een hevig en langdurig vuurgevecht plaats, waarbij  drie militairen gewond raakten. De lichter gewonde militairen waren dienstplichtig soldaat A.W. (Tonny) Passon (19) uit Best, foto rechts, die aan het onderlichaam gewond raakte (kogel in de liesstreek)  en soldaat P.J. Schouten (19).

De schietpartij begon toen 16 Palestijnen een Unifilpost, bemand door soldaten van de Fidji eilanden, wilden bezetten. De staf van Unifil stuurde daarop twee Nederlandse pantserwagens (YP's) en enige Senegalese voertuigen naar het gebied. Tijdens het overleg tussen PLO en Unifil omsingelden groepen Palestijnen de Fidjiposten. Unifil stuurde daarop nog drie Nederlandse pantservoertuigen om de Fidjipost te ontzetten. De voertuigen kwamen onder hevig vuur en schoten terug met boordwapens.

De Bruin reed voorop met zijn jeep en wilde zijn bataljonscommandant op de hoogte stellen van het verloop van de strijd. Hij rende naar een van de voertuigen waarop een de zender was gemonteerd. Dit was een afstand van ongeveer 15 tot 20 meter en 2 meter voordat hij de jeep bereikt had werd hij geraakt.

Na de gewondenmelding zond de staf van Unifil een helicopter en werd een gepantserd voertuig voor gewondentransport met een arts daarop naar de bedreigde plaats gedirigeerd. Ondanks de beschietingen slaagden de hulpverleners erin de gewonden binnen een kwartier per helicopter af te voeren naar het hospitaal in het hoofdkwartier Nakoera. De Palestijnen vuurden intussen met handgranaten en raketgranaten op het gewondentransport, dat voorzien was van de gangbare kentekenen en een Rode Kruisvlag.

De Bruin werd eerst verpleegd in het Rambamziekenhuis en keerde op 29 november 1979, na een langdurige verpleging in het Has Homerziekenhuis in Tel Aviv, terug naar Nederland. Hij werd aldaar verder verpleegd in het militair hospitaal in Utrecht en vervolgens geplaatst in een revalidatiekliniek in Breda. Na terugkeer naar zijn woonplaats Zundert kreeg hij een aangepaste woning.