Defensie kon meer doen met ervaringen Libanongangers

Van 1979 tot 1985 waren ongeveer 8500 Nederlandse militairen in Libanon. Ze staan bekend als Unifillers'. Ze maakten deel uit van de 'United Nations Interim Force in Lebanon'. Het is eigenlijk verbazingwekkend dat er zo weinig met hun ervaringen is gebeurd, althans die indruk heeft de VBM. Het grootste gedeelte van Nederlanders was als diensplichtige of beroeps in dienst van de Koninklijke Landmacht. Maar er waren ook mariniers en marechaussees.

In totaal negen Nederlandse militairen zijn in Zuid-Libanon overleden in die periode. Er waren 20 gewonden. Van februari 1979 tot 1983 was er een compleet Bataljon gelegerd (44 PantserInfanteriebataljon), van 1983 tot 1985 een compagnie.

Al deze gegevens zijn tegenwoordig te vinden op het internet waar één van de dienstplichtige Libanongangers een 'homepage' heeft geopend. Zijn naam is Lex Beekman, maar hij is bij zijn kameraden uit die tijd beter bekend als Lex Boonen. Beekman (lichting 81-1) was van november 1981 tot en met april 1982 gelegerd op Post 7-7 Alfa. Daar lag een mortierpeloton pantserondersteuning (PAOST) van de Charlie-Compagnie. Het peloton had de beschikking over YP-wielpantservoertuigen met een .50.

Beekman was .50-schutter. Het echte zware geschut van het peloton bestond uit 120 mm mortieren.

In de tijd dat Beekman in Libanon was, konden de YP's nauwelijks worden gebruikt. Beekman herinnert zich nog goed de eenzame obervatieposten waar vijf militairen een week lang op elkaar waren aangewezen. En vooral herinnert hij zich de nachtelijke patrouilles te voet nog. Het heuvelachtige terrein was 's nachts niet echt uitnodigend. Bovendien was het koud en nat. En je had nauwelijks kijk op het gevaar waarin je jezelf begaf "Pas achteraf realiseer je jezelf dat je waarschijnlijk veel vaker bent gezien door de PLO-strijders dan we toen dachten. Maar ze waren er natuurlijk wel. We zijn een keer in een situatie verzeild geraakt waaruit we ons moesten terugtrekken.

Zoiets kunnen ze je echt niet leren tijdens de opleiding", aldus Beekman.

Beekman had samen met zijn rotatie een opleiding van drie maanden op de Johan-Willem Frisokazerne in Assen, de thuisbasis van het 44 Pantserlnfanteriebataljon.

Lex Beekman: "Maar de belangrijkste dingen leerden we van de rotatie die wij aflosten. Dat waren de mensen met ervaring. Die konden je precies vertellen wat er aan de hand was en wat je het beste kon doen. Tijdens de opleiding werden we nauwelijks voorbereid op het feit dat we in een totaal andere wereld terecht zouden komen en in een heel andere cultuur. We kenden wel een paar vreemde woorden maar ik herinner me vooral dat we nauwelijks met de mensen konden praten. Bovendien krijg je te maken met mensen die al ervaring hebben met het voeren van oorlog. Bijna alle rotaties werden vrij kort na aankomst verwelkomd met een artilleriebeschieting gericht op de directe omgeving van de post. Wij waren in dat licht bezien betrekkelijk onschuldige en onervaren jongens, zeg maar 'broekies', van rond de twintig.

Toen we in Beiroet aankwamen en wij al die kapotgeschoten huizen zagen, realiseerden we ons pas wat 'oorlog' betekende. Wat ons toen bij aankomst ook al opviel was de tegenstelling tussen onze keurig gepoetste schoenen, onze piekfijn verzorgde uniformen en die van de vertrekkende rotatie. Die zagen er tegenover ons behoorlijk gehavend uit. Wij hadden nog diepblauwe baretten, die van hun waren al behoorlijk bleek geworden." Het was een harde tijd. Post 7-7, de hoofdpost, bestond uit een paar bouwvallige barakken met nauwelijks sanitaire voorzieningen. "Maar goed, we kwamen er niet om vakantie te vieren", aldus Beekman. "En ik prijs me achteraf nog altijd gelukkig dat ik in een peloton ben terechtgekomen waar iedereen alles voor elkaar over had. In een peloton van ongeveer 35 vaak totaal verschillende mensen met een verschillende achtergrond, was je vier maanden totaal op elkaar aangewezen. De mooiste ervaring is dat je blindelings op elkaar kunt vertrouwen." Beekman: "Het meedoen aan zo'n operatie is een ervaring die je leven volledig verandert. Ik ben heel laconiek geworden, relativeer meer, maar ik ben ook harder geworden. Als iemand in mijn omgeving komt te overlijden dan raakt me dat minder dan vroeger."

Beekman kijkt met gemengde gevoelens terug op zijn tijd in Libanon. Aan de ene kant denkt hij dat de aanwezigheid van Unifil best wel wat heeft betekend voor de bevolking in Zuid-Libanon, maar aan de andere kant vraagt hij zich nog steeds af of dezelfde mensen die meestal best wel vriendelijk waren, de Unifillers eigenlijk wel serieus hebben genomen.

Al met al is het een ervaring die hij nooit zal vergeten. Beekman denkt dat dit voor vrijwel iedereen geldt die in Libanon was. Een van de redenen voor de homepage is dan ook dat hij naar eigen zeggen behoefte had om zijn ei kwijt te raken.


Tekst: Henri Lansink - Beleidsmedewerker pr & voorlichting
(Vakbond voor Burger en Militaire ambtenaren bij defensie)