Libanon blijft een kruitvat

Bert van Hal, nu student sociologie aan de Katholieke Hogeschool in Tilburg, was 19 jaar toen hij als korporaal naar Libanon werd uitgezonden. Hij werkte daar van juni tot eind september 1980. Zijn post (7-21) lag in Kafra bij de beruchte IJzeren Driehoek. Bert meldde zich voor Libanon om het avontuur ; om levenservaring op te doen.

Aan avontuur was er geen gebrek. Zijn post heeft vaak onder vuur gelegen. Nog maar koud terug van twee weken vakantie in Nederland kreeg hij alweer te maken met Haddad 'die kwaad op ons was omdat Palestijnse commando's weer eens iets hadden uitgehaald'. In de buurt was ook een Palestijnse nederzetting. Van daaruit vertrokken commando's die voor de nodige spanning konden zorgen. Bert vertelt :'Ik weet nog goed dat ik samen met drie anderen 's-nachts een gebied moest uitkammen. Palestijnse commando's hadden een Nederlandse patrouille onder vuur genomen. Ik moest er als tweede patrouille naar toe. Hoewel de Palestijnse strijders vermoedelijk al weg waren, liep ik niet op mijn gemak. Als er een vlak voor mijn neus zou hebben gestaan, had ik waarschijnlijk geschoten. Dan besef je dat het een kwestie is van overleven. Hij of ik.'

In Libanon zag Bert het nut van UNIFIL duidelijk in. 'Je bood de mensen daar bescherming. Toen ik thuis was, begon ik er anders over te denken. Je krijgt 'Dubbel Vier' en de 'Achterbanier' niet meer. Alle informatie komt via de gewone media, die vaak erg selectief te werk gaan. Je komt erachter dat het probleem te complex is, het spanningsveld te groot. Hoe lang moet je in Libanon blijven met je vredesleger?".

'Libanon is en blijft een kruitvat; een dumpplaats van wapens die daar tevens worden uitgeprobeerd. Tegenstanders, ik noem ze geen terroristen, lopen met hetzelfde wapen rond.'