Mannes mijmert over missie in Libanon

Bron : Digibron - 25 november 2004

WEZEP - Ze zijn er: Unifil-militairen die 25 jaar later nog heimwee hebben naar Libanon. "Ik heb nu een groot gezin, maar als het kon ging ik morgen weer."

Missies naar het buitenland vullen vandaag de dag het takenpakket van de vaderlandse krijgsmacht. Verschillende (jonge) militairen kunnen Bosnië, Irak en andere oorden in hun paspoort bijschrijven.

Toen de Nederlandse regering 25 jaar geleden een bataljon militairen beschikbaar stelde aan de VN-vredesmacht Unifil in Libanon was dat opzienbarend.

De Nederlandse blauwhelmen ervoeren al snel dat in het turbulente Zuid-Libanon de vrede uiterst moeilijk te handhaven was. Ze kwamen terecht tussen Palestijnse strijders, Libanese facties van diverse pluimage en het Israëlische leger. Tijdens de Unifil-missie in Libanon kwamen negen Nederlandse militairen om het leven. Nederland deed daar tussen 1979 en 1985 mee met in totaal 8675 militairen. Overmorgen is er op de Johannes Postkazerne in Havelte een reünie.

Mannes van de Schootbrugge was toen 21 jaar. Uit zucht naar "een beetje avontuur" tekende hij voor Libanon. "Vanaf mijn zestiende had ik gevaren. Toen in mijn diensttijd Libanon in beeld kwam, moest ik er gewoon naartoe."

Als dienstplichtig soldaat zat Van de Schootbrugge van maart tot en met november 1979 in Libanon. De in Haris gelegerde motorordonnans zag veel van het land. "Afgelopen zondag precies 25 jaar geleden kwam ik terug. Ik heb er nooit spijt van gehad. Waar ik wel spijt van heb is dat ik nooit beroepsmilitair ben geworden. Ik kan niet tussen vier muren zitten."

De nu 46-jarige beroepschauffeur -vader van een groot gezin en hervormd te Wezep- is zaterdag van de partij tijdens de reünie op de Johannes Postkazerne in Havelte. "Daar zie ik mijn oude makkers weer."

Niet dat hij veel contact onderhield. "Iedereen die daar was, was je vriend. Maar ik heb er geen blijvende vriendschap aan overgehouden." Wel heeft hij nog contact met de ouders van een slapie van hem, Kees van Rijn. De militair kwam in oktober 1979 om het leven bij een ongeval in Libanon. "Zijn ouders wonen in België. Mijn vrouw en ik zijn er wel eens geweest."

Was de Unifil-missie in Libanon geslaagd? "Als je ziet wat er van Libanon is geworden zeg ik nee", meent Van de Schootbrugge. "Bij het geld dat Arafat op zijn bankrekening had staan, zitten heel wat Nederlandse belastingcenten. Voor de burgerbevolking van het gebied is de missie wel goed geweest. Wij konden wat voor hen betekenen."

Vijfentwintig jaar na Libanon kampen veel ex-militairen nog steeds met ernstige psychische problemen, zo blijkt uit voorlopige resultaten van het onderzoek in opdracht van het Veteraneninstituut onder 3000 Libanon-vetera nen. Hoeveel militairen nog steeds de gevolgen merken, kan het instituut niet aangeven.

Het instituut krijgt veel zorgelijke verhalen te horen. Volgens onderzoekster Mouthaan konden sommige ex-Unifillers de vragenlijst niet invullen "omdat ze er te erg door van streek raakten." Begin volgend jaar wordt het onderzoek afgerond.

Van de Schootbrugge deed ook aan het onderzoek mee. Hij ervaart geen problemen. "Ik ben een nogal nuchtere jongen. Als ik er vandaag weer naartoe moest, deed ik het."

In het vandaag verschenen boek "Vredesmacht in Libanon" (van Ben Schoenmaker en Herman Rozenbeek, uitgeverij Boom, 39,50 euro) worden de psychische problemen als gevolg van de missie beschreven. "Bijna allen keerden en keren in gedachten nog regelmatig terug naar het ''Land van de ceder''", aldus een passage in het boek.

Hoewel Unifil op papier een robuust mandaat had, kon de vredesmacht in de praktijk zelden een vuist maken en was ze vaak speelbal van de strijdende partijen. De "provocerende en intimiderende wijze waarop de Israëlische soldaten met hun Nederlandse collega''s omgingen werkte vaak uiterst frustrerend."

Het in 1983 door de regering genomen besluit om de deelname te stoppen, werd onder internationale druk teruggedraaid. Nog twee jaar bleef een kleinere eenheid actief in Zuid-Libanon.

Mannes mijmert ook wel eens over Libanon. "Ik zou er best nog wel eens willen kijken", zegt hij. "Alhoewel, misschien is het mooier als je er niet heengaat en het in je gedachten laat voortleven."