Zuid-Libanon vecht terug

De schoonmaakacties in de weken en maanden na de invasie, die bedoeld waren om de bevolking te intimideren en onder de duim te houden, werden langzamerhand veranderd in gevechtspatrouilles en 'Vietnam-achtige' zoek-en-vernietig-acties toen de Libanezen begonnen te vechten. Nu, na meer dan 3 jaar onder Israëlische bezetting worden de Israëliërs geconfronteerd met een volwassen verzetsbeweging, die een hoge tol in levens opeist. De afkeer van de Israëlische bezetting is zo hoog, dat ongewapende, doodgewone burgers, arbeiders en boeren steeds vaker bereid zijn de Israëlische troepen tegemoet te treden, ongeacht de risico's.

Wat nu een vastbesloten, nationaal verzet is, is langzaam gegroeid sinds de herfst van 1982, toen het duidelijk werd dat Israël - ondanks alle beweringen - niet van plan was zijn troepen terug te trekken uit Libanon. Het werd toen ook duidelijk dat Israël ambities had die veel verder reikten dan het eerder verkondigde doel van de juni-invasie : het veiligstellen van de noordelijke grens tegen aanvallen van Palestijnse troepen in Zuid-Libanon.

Begin en zijn kabinet hadden publiekelijk en herhaaldelijk verklaard dat hun doel was het opruimen van Palestijns geschut uit een 40 kilometer diepe zone langs de noordelijke grens. Maar wat Israël bereikte was de verandering van de vredelievende, grotendeels op het land werkende bevolking van Zuid-Libanon in vrijheidsstrijders. Hiermee haalden de Israëliërs zich ook een groot verlies aan mensenlevens en financiële middelen - meer dan een miljoen dollar per dag volgens voorzichtige schattingen - op de hals. De Israëlische minister van Defensie, Yitchak Rabin, heeft al toegegeven dat de bevolking van Zuid-Libanon zo verbitterd is geraakt, dat zij in de toekomst een nieuwe bedreiging voor de noodgrens van Israël kan vormen.

De oorzaken van de Libanese woede zijn de brutaliteiten van de Israëliërs en de opzettelijke, bijna systematische vernietiging van de eens bloeiende economie van Zuid-Libanon. Onder het mom van veiligheid hebben Israëlische troepen duizenden mensen opgepakt voor ondervraging en gevangen gezet in haastig gebouwde concentratiekampen. Voormalige gevangenen van het kamp Ansar hebben voor het oog van de wereld getuigd hoe de Israëliërs alle internationale conventies betreffende de bescherming van de rechten van een bevolking onder bezetting negeerden.

Wegversperringen bij de oversteekplaatsen over de Awali-rivier bij Sidon vertraagden het verkeer van goederen en personen tussen het zuiden en Beiroet sterk en zetten het vaak voor weken of maanden geheel stil. De Israëliërs onderwierpen reizigers aan vernederende onderzoeken en lieten hun urenlang in kilometers lange rijen wachten zonder duidelijke reden, behalve om te kwellen.

De ergste slag werd toegediend aan Libanon door Israëlische maatregelen die de landbouw, de handel en de industrie drastisch beperkten. Israëlische produkten die illegaal Zuid-Libanon binnen stromen ondergraven de prijs van lokale produkten en dwingen boeren, die toch al getroffen waren door het Israëlische verbod om gewassen naar het noorden te vervoeren, hun boerderijen in de steek te laten. De bloeiende vissersvloot moest dagen achtereen in de haven blijven vanwege de constante inmenging van Israëlische marinevaartuigen. De algemene onveiligheid, de onbetrouwbare levering van materialen en het harde optreden van de bezettingstroepen zorgen ervoor dat vele kleine bedrijfjes in het zuiden moesten sluiten, wat betekende dat steeds meer mensen zonder werk kwamen te zitten. Duizenden Libanezen werden gedwongen werk te zoeken in het noorden of buiten Libanon. Toen de Libanese protesten luider werden, namen de Israëliërs hun toevlucht tot steeds hardere maatregelen, zoals het schenden van moskeeën en het arresteren van religieuze leiders.

De Libanezen vochten terug met gewapend verzet, vielen Israëlische patrouilles aan en verdedigden hun huizen tegen de onvermijdelijke vergeldingsmaatregelen. Israël verklaart dat het zich wil terugtrekken uit Libanon, maar alleen als de veiligheid van zijn grens wordt gewaarborgd door een plan, dat het recht geeft de grens over te steken op elk tijdstip dat het dat nodig acht. Nadat het maandenlang had geweigerd om enige rol van betekenis toe te kennen aan de United Nations Interim Force in Lebanon (UNIFIL) - die in het zuiden is gestationeerd sinds de eerdere Israëlische invasie van 1978 - is Israël nu bereid om de internationale troepenmacht te laten deelnemen aan de veiligheidsregelingen, maar alleen ten noorden van een gebied dat het zelf onder controle wil houden. Het heeft een Libanees voorstel verworpen waarbij het Libanese leger in het grensgebied patrouilleert en het gezag van de centrale regering over het zuiden wordt hersteld.

Israël heeft op die manier een impasse geschapen, net zoals het eerder deed met het akkoord van 17 mei toen het de Amerikaanse goedkeuring vroeg en kreeg voor zijn standpunt om niet te vertrekken uit Libanon voordat ook de Syrische troepen uit het land verdwenen waren. Gezien het feit dat de Syrische troepen naar Libanon waren gestuurd met de goedkeuring van de Arabische Liga en op uitnodiging van de Libanese regering, wist Israël van tevoren dat deze vergelijking van uitnodigende troepen met zijn eigen invasiemacht moeilijkheden zou oproepen en dat het daardoor zijn eigen terugtocht eindeloos zou kunnen uitstellen.

Israëlische woordvoerders hebben er al opgewezen dat Israël na de mislukte onderhandelingen met de Libanezen in Nakoera zich moet richten op een andere strategie, namelijk hergroepering verder in het zuiden. Een dergelijk besluit zou Israëls bedoeling duidelijk maken : het in bezit nemen van het gebied vanaf de Litani-rivier, een belangrijke waterbron die Israël al sinds de jaren '40 begeert. Gedetailleerde plannen, die al werden opgesteld voor de stichting van de staat Israël, voorzagen in een Israëlische annexatie van het gebied van Tyrus en de Litani, om op die manier noord-Israël te voorzien van kostbaar water. Waar deze plannenmakers geen rekening mee hielden, evenmin als de hedendaagse Israëlische leiders, was de mogelijkheid van een stug verwapend verzet door de bevolking van Zuid-Libanon.

De Libanezen, vooral de inwoners van het Zuiden, zijn vastbesloten om de controle over hun leven en hun land terug te winnen. Zij zijn meer en meer bereid om de Israëlische bezettingstroepen in een escalerende strijd tegemoet te treden. Deze strijd, ook al is het een ongelijke, zal een hoge tol van Israël eisen, indien het in Libanon wenst te blijven.