Een Nobelprijs voor de Vrede

DIDAM – Een Nobelprijs voor de Vrede. Die krijgt natuurlijk niet iedereen. De Didamse oorlogsveteraan Marcel ter Voert wel. Hij ontving op 12 december 2015, samen met 44 andere veteranen, een oorkonde en een draaginsigne voor zijn inzet in dienst van de Verenigde Naties. Ter Voert: "Het is voor ons een stukje erkenning."

Door Susanne Welgraven

In 1988 kregen de dertien VN-vredesmachten die tussen 1948 en 1988 een vredesoperatie uitvoerden, de Nobelprijs voor de Vrede toegekend. In februari 2015 besloot de minister van Defensie om een draaginsigne 'Nobelprijs VN militairen' uit te reiken aan de ruim 9.000 Nederlandse veteranen van deze vredesmachten. Ter Voert is een van hen. Hij ging in 1982 als 18-jarige een half jaar naar Libanon als onderdeel van de United Nations Interim Force in Lebanon (UNIFIL).
De uitreiking van de Nobelprijs vond plaats op de militaire basis in Doorn. Ter Voert: "We stonden in twee rijen bij een muur en werden in de houding gezet. Daar kregen we de insignes opgespeld. De eerste insigne was voor een jongetje van 11 jaar wiens vader, een veteraan, pas was overleden. Dat was een emotioneel moment. Heel bijzonder vond ik het ook dat de jongens met wie ik in een PTSS-groep zit erbij waren. Dat was prachtig."

Libanon
Veel vertellen over zijn tijd in Libanon doet Ter Voert liever niet. Wel zegt hij dat er terug in Nederland weinig begrip was. "Het was een heftige tijd. Wij hadden het grootste gebied te beveiligen en toen ik daar twee maanden was, viel het Israëlische leger binnen. Toen we terugkwamen, werd er letterlijk gevraagd of we een fijne vakantie hadden gehad. Mensen kunnen zich niet voorstellen wat daar gebeurt."
Ter Voert roemt vooral zijn vrouw en zoons voor hun steun in moeilijke tijden. "Een partner en kinderen zijn heel belangrijke mensen voor veteranen. Want zij bieden de eerste steun bij problemen." In 2010 ging Ter Voert, samen met vrouw Lenette, terug naar Libanon. "We zijn onze oude posten afgeweest, maar die waren bijna niet meer te herkennen. Ook hebben we de mensen daar gesproken. Zij waren heel dankbaar voor het werk dat wij toen hebben gedaan. Daar doe je het voor."

Erkenning
Juist erkenning voor veteranen vindt Ter Voert belangrijk. "In andere landen gaat men vaak respectvoller met veteranen om. Als ze in Amerika weten dat je veteraan bent, dan schudden ze je hand en willen ze met je op de foto. Dat hoeft hier natuurlijk niet, maar wat meer erkenning zou wel fijn zijn." De laatste jaren is die erkenning, onder andere in Montferland, wel wat verbeterd. "Er is hier elk jaar een Veteranendag. Het is fijn om te zien dat er nu meer aandacht is voor veteranen."

Geen spijt
Ondanks alles heeft Ter Voert geen spijt van zijn keuze om naar Libanon te gaan. "Ik wilde mensen helpen in een oorlogssituatie en dat heb ik gedaan." Ter Voert sluit af met een boodschap: "Het is niet vanzelfsprekend dat we in vrijheid leven. Veteranen hebben zich daar voor ingezet. Daar mogen mensen wel wat vaker bij stilstaan."