Libanon niet de meest sexy missie

Bron : NRC - Jaus Müller - 20 juli 2007

Als opvarenden aan boord van de Hr. Ms. Van Speijk gaan volleyballen, bellen ze even naar de brug. „Dan vragen we aan de kapitein of hij even uit de wind wil gaan varen”, zegt sergeant Lisette van Oss. Hoewel het personeel aan boord volgens Van Oss „altijd alert blijft” is er voldoende ruimte voor ontspanning. „We moeten er het beste van maken.”

Van het gewapend conflict aan de wal in Libanon is op het eerste gezicht aan boord weinig te merken. „Een rookpluim aan de kust. Meer niet.” Ze wijst naar de horizon. De flatgebouwen van Beiroet zijn door de zeemist nog net te zien.

De Hr. Ms. Van Speijk maakt deel uit van UNIFIL, de VN-missie in Libanon. Als onderdeel van een internationaal vlootverband, geleid door Duitsland, ondersteunt het fregat de Libanese regering bij het controleren van de grenzen. Sinds december 2006 levert de Nederlandse marine één fregat. De Van Speijk ligt sinds maart in de territoriale wateren van Libanon.

Doel van de missie is het tegengaan van wapensmokkel over zee en het monitoren van het luchtruim voor de kust. Voorheen controleerde Israël zelf de wateren van het buurland. Nu heeft de onafhankelijke VN-missie deze taak overgenomen.

Spectaculaire achtervolgingen op zee zitten er voor de bemanning niet in. Anno 2007 gaat controle van schepen grotendeels via de computer en radar, zegt commandant van het fregat René Tas. Na de terreuraanslag in 2001 is de koopvaardij in versneld tempo uitgerust met kastjes die automatisch de bestemming van het schip en de inhoud van de vrachtruimte doorseinen. Scheepscontrole vindt dan ook vooral plaats achter groen verlichte radarschermen. Daar, in de controlekamer, is de sfeer kalm. Geen verdachte scheepsbewegingen vandaag.

Tot op heden heeft het schip geen enkele smokkelaar aangetroffen. Wat is nu het nut van de missie, vroegen enkele Kamerleden onlangs aan de minister van Defensie tijdens het verlengingsdebat over UNIFIL. „We liggen daar voor kust, maar via de achterdeur – via Syrië – komen de wapens gewoon binnen”, zei Kamerlid Martijn van Dam (PvdA). De grens tussen beide landen is zo lek als een mandje, bevestigden de Verenigde Naties vorige maand in een rapport. Terwijl de Katoesja-raketten voor bijvoorbeeld Hezbollah vrijwel ongehinderd de Syrische grens kunnen passeren, liggen er voor de kust bijna tien schepen onder VN-vlag de zeegrenzen te bewaken.

Wat doet Nederland daar dan nog? René Tas begrijpt dat die vraag in Nederland gesteld wordt. „Het meest spectaculaire van deze missie is dat er niets spectaculairs gebeurd”, zegt Tas. „De missie is juist een succes omdat we hier alles onder controle hebben. Dat is noemenswaardig voor deze regio.” Volgens Tas is de zeegrens inmiddels volledig onder controle. „Er komt geen verdacht schip meer in of uit.” Bovendien, zegt hij, heeft Libanon nu wat meer capaciteit om de eigen landsgrenzen te bewaken.

Aan wal in Libanon, lopen de spanningen de laatste tijd op. Bij een bomaanslag in het zuiden van het land kwamen vorige maand zes VN-militairen om het leven. Sinds de oorlog tussen Israël en de Libanese Hezbollah-milities in het grensgebied met Israël houden zo’n 13.000 UNIFIL-militairen toezicht op de wapenstilstand. Het is nu bijna een jaar geleden dat de oorlog uitbrak.

Aan boord van het fregat is weinig te merken van verhoogde spanningen. Geen hoge dreiging voor het Nederlandse fregat. Hier geen „Uruzgan-achtige” situaties, zoals een matroos het uitdrukt. UNIFIL is voor Nederland „niet de meest sexy missie op het moment”, gaf staatssecretaris Van der Knaap (Defensie, CDA) enkele maanden geleden toe.

Maar waakzaamheid blijft geboden. Er is nog altijd een „reële” dreiging van zelfmoordaanslagen, zegt een marineofficier aan boord. Speedboten zouden met ramkoers de Van Speijk kunnen naderen en een explosieve lading tot ontploffing brengen, zoals in 2000 bij de USS Cole gebeurde. Zeventien mensen werden toen gedood.

Nu de kustwateren onder controle zijn, gaan er stemmen op om de taken van de missie uit te breiden. Sinds kort monitort de Van Speijk ook alle vliegbewegingen boven het gebied. Nederlandse meldingen van schendingen van het luchtruim door Israëlische vliegtuigen worden doorgestuurd naar het VN-hoofdkwartier in New York, waarna Israël om uitleg wordt gevraagd.

Onlangs ging de Kamer akkoord met een verlenging van de missie tot augustus 2008. „Nu er geen wapensmokkel over zee plaatsvindt, is dat nog geen reden tot het stopzetten van de missie”, zei Kamerlid Van Gennip (CDA) tijdens een debat.