Prins van de Berg Libanon

In 1586 benoemde de sultan Fakhr al-Din, telg van de druzische familie van grootgrondbezitters Ma'an, tot gouverneur van Sidon en Beiroet. Sommige geschiedschrijvers hebben Fakhr al-Din voorgesteld als de 'vader des vaderlands' van het moderne Libanon.

Onder Fakhr al-Din was het woongebied van de druzen en de maronieten voor het eerst een aparte politieke eenheid, met Deir el Qamar in het Chouf-gebergte als hoofdstad. De briljante emir streefde naar onafhankelijkheid van het Ottomaanse rijk na en sloot, om dat doel te bereiken, zelfs een verbond met het hertogdom Toscane in Italië.

De vraag is echter of het heersgebied van Fakhr al-Din gezien kan worden als voorloper van het moderne Libanon. Het lijkt er veel meer op dat de emir, die er progressieve ideeën op na hield en ingenieurs, landbouwdeskundigen, architecten en jezuïeten uit Europa naar het Midden-Oosten haalde, vooral geïnteresseerd was in zijn persoonlijke macht. Fakhr al-Din kon zo lang zijn gang gaan omdat de Turkse sultan had af te rekenen met opstanden in Anatolie en voortdurende oorlogen met Perzië.

Op het hoogtepunt van zijn macht controleerde hij grote delen van het hedendaagse Libanon, Syrië, Israël en Jordanië. Toen de nieuwe krachtige sultan Murad IV de macht aan de Bosporus kreeg, was het snel met Fakhr al-Din gedaan. Na een strafexpeditie vanuit zee en Damascus werd hij in 1635 in Constantinopel onthoofd.

 

Bron : Koninklijk Instituut voor de Tropen te Amsterdam