UNIFIL

Tussen 1979 en 1985 hebben ruim 8500 Nederlandse militairen in Libanon gediend in het kader van UNIFIL (United Nations Interim Force in Lebanon). Deze VN-troepenmacht werd door de Veiligheidsraad van de VN ingesteld, nadat Israël in maart 1978 een grote operatie tegen de PLO in Zuid-Libanon was begonnen. Resolutie 425 van 19 maart 1978 omschrijft het mandaat van UNIFIL: het toezien op de terugtrekking van de buitenlandse (lees: Israëlische) troepen uit Zuid-Libanon, het voorkomen van nieuwe vijandelijkheden in dit gebied en bijstand verlenen bij het herstel van het gezag van de Libanese regering in het zuiden.

De terugtrekking van de Israëlische troepen was op 13 juni 1978 voltooid, met dien verstande dat Israël een 10 kilometer brede zone niet aan UNIFIL maar aan zijn bondgenoot, de dissidente christelijke majoor Haddad had overgedragen. De UNIFIL troepen werden gelegerd tussen de zone en de rivier de Litani - met uitzondering van de stad Tyrus, die door de PLO werd beheerst. Verscheidene landen lever(d)en bijdragen aan de UNIFIL-troepen: Frankrijk, Italië, Iran, Ierland, Finland, Zweden, de Fiji-eilanden, Ghana, Senegal, Nepal, Noorwegen en Nigeria. Nadat een Frans en een Iraans infanteriebataljon uit UNIFIL werden teruggetrokken, deed de secretaris-generaal van de VN een beroep op Nederland. In januari 1979 besliste de Nederlandse regering positief, Nederland had reeds eerder te kennen gegeven bereid te zijn een bijdrage te leveren aan de vredeshandhavende taak van de VN.

Het eerste Nederlandse UNIFIL-detachement begon op 14 maart 1979 met zijn taak. Hiervoor was vrijgemaakt het 44ste pantserinfanteriebataljon uit Zuid-Laren. Het gebied dat 'Dutchbatt' moest controleren was tamelijk klein: ongeveer vier bij tien kilometer. Het was een enigszins kaal, heuvelachtig gebied in het zuidwesten langs de kust. Het Nederlandse hoofdkwartier werd gevestigd in Haris. Het Nederlandse bataljon dat halfjaarlijks werd afgelost bestond uit ongeveer 700 militairen.

De taak van UNIFIL bestond vooral uit het bewaren van de rust in het gebied en het voorkomen van infiltraties. In de praktijk kwam dit meestal neer op het controleren van auto's en personen op wapens en identiteitspapieren, het verrichten van patrouilles en het bemiddelen tussen de verschillende partijen teneinde de vrede te bewaren. Verder had UNIFIL vooral een waarnemerstaak. Wapengebruik was alleen in het uiterste geval van zelfverdediging toegestaan. Door hun duidelijke aanwezigheid met hun witte voertuigen en blauwe helmen (de kleuren van het VN embleem) zouden de UNIFIL-militairen een bijdrage leveren aan orde en rust en de bescherming van de burgerbevolking

De Nederlandse UnifilIers hebben verscheidene malen te maken gehad met beschietingen, gijzelingen en andere incidenten, zowel van de kant van de 'de facto' strijdkrachten van majoor Haddad als van de PLO. Niettemin was het 'Nederlandse' gebied een van de rustigste in de regio. Negen Nederlandse militairen zijn door uiteenlopende oorzaken in Libanon omgekomen, terwijl een tiental min of meer ernstig gewond raakte. Over het algemeen waren de contacten van de Nederlandse militairen met de lokale bevolking goed. Men ging erop theevisite, hielp bij herstelwerkzaamheden en ook de plaatselijke middenstand profiteerde van de aanwezigheid van UNIFIL. Vooral in een later stadium wist Dutchbatt door zijn contacten met de diverse partijen de spanning in het gebied te verminderen.

De Nederlandse UNIFIL heeft een bijdrage geleverd aan de bouw van schooltjes in Siddiqin en Haris en een weeshuis in Tibnin, Ook werd medische hulp verstrekt. In juni 1982 vond de grote Israëlische invasie plaats. UNIFIL kon niet veel meer doen dan het aantal passerende Israëlische legervoertuigen registreren. Omdat de militaire taak daarmee goeddeels was komen te vervallen, kwam de nadruk steeds meer op humanitaire hulp te liggen. Zo begon er een vaccinatieprogramma onder de bevolking. Omdat het voor UNIFIL steeds moeilijker werd haar mandaat te vervullen, besloot Nederland op 19 oktober 1983 zijn bataljon terug te trekken, maar op kleine schaal (een zelfstandige infanteriecompagnie van 150 man) aanwezig te blijven.

Twee jaar Iater na de Israëlische aftocht uit Libanon, besloot Nederland ook dit contingent terug te trekken. De situatie in het gebied was toen dermate verslechterd, dat de militairen steeds meer veiligheidsrisico's liepen. Zo keerden op 24 oktober 1985 de 156 laatste Nederlandse UNIFIL-militairen uit Libanon terug. Enkele Nederlanders maken nog deel uit van UNTSO (United Nations Truce Supervision Organization), een waarnemerscorps, dat in 1949 werd ingesteld om toe te zien op het bestand tussen Israël en zijn buurlanden. UNTSO, waarvan de samenstelling halfjaarlijks wisselt, heeft een onbeperkt mandaat.