Vuilnis

Vuilnis wordt veroorzaakt door mensen. Neem je 800 mensen, dan veroorzaken zij een berg vol  vuilnis. Dit vuilnis moet natuurlijk ergens gestort worden. Dutchbatt heeft ongeveer 800  soldaten in zich gelegerd en Dutchbatt heeft dus haar eigen vuilnisbelt.

Deze Nederlandse vuilnisbelt intrigeert. Niet omdat een vuilnisbelt nu zo bijzonder is, maar gewoon omdat die vuilnisbelt er is.  In Zuid-Libanon heb je nagenoeg geen echte vuilnisbelten. Afval wordt verspreid weggegooid  in Zuid-Libanon. Althans dat is de enige reden die ik kan aangeven voor het aantreffen van  al die kleine hoopjes afval, die ik onderweg tijdens de patrouilles tegenkom. Verspreid zie  ik ze liggen, om de paar meter, niet teveel maar wel zeer geregeld. Maar Dutchbatt heeft haar eigen vuilnisbelt, gelegen tussen de her en der verspreide rotsen  en direct aan de weg. Elke dag worden daar grote hoeveelheden vuilnis gedeponeerd. Althans  mijn neus registreert het als zodanig. Ik heb een middelmatig reukvermogen.

Aangezien ik deze belt meerdere keren op een dag passeer, is deze mij gaan intrigeren.  Nooit geweten, dat ik nog eens belangstelling voor een vuilnisbelt op zou kunnen brengen.  Als je een goede toeschouwer bent, dan wordt je gefascineerd door het leven dat op zo'n  belt geleefd wordt. Ondanks moeizame pogingen om het vuil te verbranden, lukt dit echter zelden. Het vuilnis rot dus. Rotten geeft ratten, is mij ooit eens verteld en ratten  zie je er dus. In alle soorten en maten. Dikke en dunne, kleine en grote. Brutale, die  je in de laarzen bijten.

Er leven ook mensen op deze belt. Ook in alle soorten en maten. Zij zoeken. Wat zij zoeken  weet ik. Tenminste dat neem ik aan, doordat ik zie wat zij meenemen. Grote stukken karton,  voor de kachels. IJzer, plastic flessen en glas. Het wordt afgevoerd door kinderen. Lopend,  op open sandalen, met kapotte kleding en smerig. Ontzettend smerig. Er leven ook oudere vrouwen op de belt, maar zij lopen niet. Zij coördineren. Coördinatie  van onder een primitief gebouwd afdakje, bestaande uit afvalhout en stukken golfplaat. Voor  de regen, want het is regentijd in Libanon.

Foto : Woodshoe

Het is hun tijdelijke woning, want zij leven alleen overdag op de belt. Zij zijn er voor  coördinatie, want de goederen moeten verdeeld worden. Als een jeep met aanhangwagen arriveert  bruist het plotseling van activiteit. Voordat de soldaten ook maar enige kans hebben om uit  te stappen, zijn de meest behendige kinderen al op de aanhangwagen geklommen. De eerste  grove selectie van het afval vindt plaats. Met ongelooflijke precisie en snelheid, er mocht  immers nog eens een jeep arriveren, wordt er gewerkt. Een dertigtal minuten later is de  jeep met aanhangwagen vertrokken. Leeg.

Vrouwen zitten weer onder hun afdakjes, de jongens lopen voor de zekerheid de belt nog  even na en de meisjes lopen met grote bundels geselecteerd afval in de richting van Haris.  Moeizaam lopend, door het gewicht wat zij op hun hoofden dragen, wordt telkens weer die  heuvel genomen, die Haris van de vuilnisbelt scheidt. Een indruk van een vuilnisbelt.

Ik heb deze eerste dag een heleboel indrukken opgedaan. Het is zeer verrassend op de dag  zoveel facetten van het werk van Unifil te zien. Met name heeft het mij aangesproken,  hoe een klein groepje militairen op een post, in onderlinge saamhorigheid en met de wil er  wat van te willen maken, een toch niet zo gemakkelijke taak in goede geest weet te vervullen. Een van de conclusies van minister de Ruiter (Defensie) tijdens zijn eerste bezoek aan  Dutchbatt. Hier kan ik zien wat de Nederlandse militairen doen en hoe zij het doen, aldus  lichtte hij de reden van zijn komst naar Dutchbatt toe. Hij voegde daaraan toe, dat de reden  van zijn bezoek niet in de eerste plaats om politieke redenen is.

Foto : Woodshoe

Ik heb veel aanstekelijk enthousiasme ontmoet over het land en de bevolking. Ze wezen me  steeds aan van: Kijkt U eens en hebt U dat al gezien? Wat me verder trof was de spontaniteit  van de mensen hier en hun persoonlijk gevoel van betrokkenheid bij het welzijn van de  plaatselijke bevolking. Zo zei iemand tegen mij: We laten ze toch niet in de steek?.

Wij, als Unifillers, weten dat de beslissing tot Mandaatverlenging wereldwijd genomen moet  worden. Wij weten ook, dat Nederland de politieke ontwikkelingen in Libanon het  allerbelangrijkste vindt en dat onze regering graag herstel ziet van het Libanese gezag. Wij begrijpen dat, maar we weten ook dat Nederland niet zo maar hals over kop uit  Libanon kan vertrekken. Unifil heeft een verduidelijking van het Mandaat nodig.  Geef het huidige Mandaat nog zes maanden, een redelijke basis om het Mandaat  opnieuw te formuleren. Misschien dat die basis net genoeg is om die eerste echte  stap te doen naar daadwerkelijke vestiging van de Libanese regering.

Naar een land, zonder vreemde troepen en zonder vechtlustige politieke groeperingen. Naar een land, met een goed functionerend elektriciteitsbedrijf, posterijen, douane  en een vuilnisophaaldienst !.

Woodshoe