De Achterban
'Ja, u spreekt met mevrouw Jansen uit Kerkrade, mijn zoon zit in Libanon en ik wilde u vragen wanneer, kunt u mij ook zeggen of dat bericht in de krant van gisteren over die beschietingen, mijn man schreef me, dat.' Vragen, vragen, vragen die door het thuisfront dagelijks gesteld worden aan het Contactbureau (NL) Detachement Unifil bij het Ministerie van Defensie in Den Haag. Dit bureau is onder nummer 070-924121 dag en nacht bereikbaar. Het fungeert al vanaf medio februari 1979 als vraagbaak en schakel tussen Dutchbatt in Libanon en de ouders, verwanten en andere achterblijvers in Nederland.
Ondergebracht bij de Directie Voorlichting van het Ministerie geeft het Contactbureau informatie over het Nederlandse detachement in de ruimste zin van het woord. Die voorlichting - de juiste informatie -wordt van het grootste belang geacht. Zowel voor de achterblijvers als voor de militairen in Libanon is het immers van grote waarde te weten dat er ervaren mensen beschikbaar zijn om bij het thuisfront onrust en onzekerheid weg te nemen.
De situatie in zuidelijk Libanon is natuurlijk niet altijd even rooskleurig, maar de weergave van bepaalde gebeurtenissen door de pers en de overige media kan ongewild af en toe toch wel lichte paniek veroorzaken. Het bureau, dat gebruik kan maken van de rechtstreekse militaire telexverbinding tussen Libanon en Den Haag, kan iedere geïnteresseerde over de situatie van het moment informeren. Maar de informatie behelst meer. Over sociale vraagstukken, over data en tijden van rotaties, de veldpost, financiën. Kortom, een breed scala van zaken.
Het Contactbureau draagt veelal niet zelfde oplossing aan, maar zorgt er voor dat de vragenstellers bij de juiste instantie terechtkomen. Voordeel van het centrale telefoonnummer is dan ook dat men niet van het kastje naar de muur gestuurd kan worden iets wat zo vaak gebeurt als men de weg zoekt in een bedrijf dat men niet kent.
De informatievoorziening door het Contactbureau reikt verder dan de achterban alleen. Tweemaal daags krijgt het bataljon een door het bureau samengesteld van de nieuwsuitzendingen van radio Dutchbatt. Ook de inhoud van de Libanonzakboekjes, die iedere Unifiller ontvangt, komen uit deze koker. Voorts worden ook de publiciteitsmedia door het Contactbureau geïnformeerd. Het contact met de achterblijvers wordt in belangrijke mate in stand gehouden door het veertiendaagse periodiek De Achterbanier, dat - zoals op het omslag staat - in eerste instantie bestemd is voor familieleden en andere relaties van de Nederlandse militairen in Libanon. Het tijdschrift geeft elke twee weken vooral achtergrondinformatie over het dagelijks leven in en rond 44 (VN) Painfbat.
Interviews, reportages, foto's, ingezonden brieven geven de achterblijvers een inzicht in wat zich daar in Libanon allemaal afspeelt. Een welkome aanvulling op de verslagen in briefvorm, net als Dubbel Vier, het weekblad van het Nederlands VN-Detachement in Libanon, dat ter plaatse geredigeerd en gedrukt wordt.
Veel Dutchbatters sturen dit blad - al of niet van aantekeningen voorzien - naar huis. Maar anderen doen dat weer bewust niet, omdat ouders, vrouwen of vriendinnen zich wellicht bij het lezen van de lijst 'incidenten in het Dutchbatt-gebied' ongeruster laten maken dan nodig is. Misverstanden kunnen erover en weer ontstaan wanneer de mannen eventuele incidenten waarbij ze zelf betrokken waren niet of te afstandelijk aan hun dierbaren meIden. 'Ik doe dat niet', vertelde een sergeant die al een paar beschietingen van nabij had meegemaakt, 'omdat ik mijn vrouw niet nodeloos ongerust wil maken'. Later bleek overigens dat zijn echtgenote met hetzelfde argument haar man niet had willen belasten met moeilijkheden met hun kinderen.
Wanneer de mannen in Libanon persoonlijke problemen hebben, worden die vaak besproken met degenen die het dichtst bij hen staan. En dan is er altijd nog de Militair Sociale Dienst. De meesten van hen zullen het thuisfront nooit met ernstiger raken dan verlangen en misschien heimwee opzadelen. De berichten van de achterban naar Libanon zijn eveneens voor het merendeel positief en optimistisch.