Medische Verzorging
Natuurlijk is de situatie in Zuidelijk-Libanon wat dat betreft niet ideaal. Tenslotte leven de Nederlandse militairen groepsgewijs temidden van een bevolking die heel andere maat staven aanlegt op het gebied van de hygiëne. Daarbij komt dat vooral op de verafgelegen posten, waar dag in dag uit wordt gewerkt, er soms minder tijd dan nodig zou zijn overblijft om toe te zien op de naleving van alle noodzakelijke hygiënische regels. De simpele wc-huisjes, waarvoor de Genie met springstof de gaten in de rotsbodem heeft gemaakt, zijn op zichzelf vrij proper, maar kunnen bij gebrek aan ontsmettingsmiddel een bron van infectie vormen.
De 's-zomers altijd aanwezige vliegen zijn potentiële en onuitroeibare overbrengers van schadelijke bacteriën. Over het algemeen valt overigens het ziektepercentage bij Dutchbatt mee. Ingebeelde ziekten komen vrijwel niet voor, want elke militair weet dat als hij zich ziek meldt de rest van zijn ploeg taken moet overnemen. En vooral op een buitenpost, waar de verlofperioden soms al moeilijk zijn op te vangen, wordt het wegvallen van een maat doorziekte zwaar gevoeld. Daarom moet de dokter zijn patiënt vaak zelfs dwingen om in bed te blijven. De medische post, of de bataljonshulppost zoals de officiële benaming luidt, maar iedereen heeft het over de BHP, is in Haris gevestigd. Maar niet alleen daar wordt spreekuur gehouden. De drie artsen waarvan er altijd één bij de Charlie-compagnie zit omdat die zover van Haris verwijderd is, gaan ook wel de dorpen in of bezoeken de posten wanneer een patiënt niet naar hen toe kan komen.
Voor de plaatselijke bevolking is er gratis gelegenheid om het spreekuur te bezoeken. Op de BHP zelf staat de apparatuur en beschikken de artsen over een groot arsenaal medicijnen. Er is tevens een laboratorium, een ziekenzaaltje en een tandheelkundige afdeling, waar de tandarts zijn praktijk uitoefent. In principe gaan alle Dutchbatt-militairen die ernstig ziek of gewond zijn naar het grote hospitaal bij het Unifil-hoofdkwartier in Naqoura, befaamd om zijn Zweedse verpleegsters.
De tandheelkundige en medische hulp die door Dutchbatt wordt gegeven aan de plaatselijke bevolking is van groot belang voor de goede verhouding tussen de militairen en de lokale bevolking. Tijdens het spreekuur voor burgers is de wachtkamer van de medische past dan ook zelden of nooit leeg.
Eén van de belangrijkste taken van de kapitein-arts is voorts het geven van voorlichting, zowel mondeling als door middel van het geschreven woord in Dubbel Vier. Het 'bruine monster' of 'mijnheer De Bruin' komt daarin uitgebreid aan bod, terwijl ook adviezen ter voorkoming van voedselvergiftiging en geslachtsziekten worden gegeven.
De behandeling van zulke uiteenlopende kwalen als slangebeten, insekteprikken en brandwonden neemt een regelmatig terugkerende plaats in de kolommen in. Nu de verlofregelingen zijn gaan draaien zal het voorkomen dat er in Haris slechts één arts aanwezig is. Met nadruk wordt er daarom op gewezen dat het ziekenrapport voor militairen wordt gehouden 's-middags tussen 13.15 en 15:00 uur. Wie zonder telefonisch overleg buiten deze uren komt (vooropgesteld dat het geen werkelijk spoedgeval betreft) loopt het risico enkele tot vele uren te moeten wachten, bijvoorbeeld omdat de arts werkzaam is op een van de andere posten of in de dorpen.
Tevens wordt men dringend verzocht 's-zondags niet aan te komen met niet-acute problemen. Het is voorgekomen dat een arts die dag om half zeven 's-morgens uit zijn bed werd gebeld door een verlofganger die plotseling verlegen zat om condooms!
Deze oproep stond in nummer vier van het bataljonsblad Dubbel Vier, het blad van en voor de militairen in Libanon. De medische verzorging is uiterst belangrijk voor de Dutchbatters. Het 'bruine monster', of in goed Nederlands een stevige, hardnekkige buikloop, die 's-zomers de Nederlandse militairen voor dagen aan bed en WC kluistert, is één van de meest gevreesde vijanden van het vredesleger, dat officieel geen vijanden heeft.