Het Zevende Gebied

Een rotsachtig en heuvelig terrein van 30 bij 30 kilometer groot. Een spaarzaam gecultiveerd gebied op ongeveer 1000 meter hoogte waar zich veel kleine dorpen bevinden, die met redelijke wegen zijn verbonden. Gelegen in het uiterste zuiden van Libanon vormt zij het gebied van het zevende bataljon; het circa 800 militairen tellende Nederlandse VN detachement Unifil, vredesmacht in Libanon. Gehuisvest in Zuid-Libanon, met als kloppend hart het Hoofdkwartier in Harris. Als het daar klopt, dan klopt de polsslag in het gehele gebied. Het zevende bataljon wacht.......... het wacht op ons.

STILLE GETUIGEN

Applaus klinkt op uit de passagierscabine. De Boeing 737 van Martinair raakt het asfalt en rolt uit op een landingsbaan van Ben Gurion Airport Tel Aviv. De circa 200 Unifillers, die de nieuwe rotatie vormen van het Nederlandse VN detachement zijn deels opgelucht, deels uitgelaten. Aan de urenlange vlucht is een einde gekomen en het moment is aangebroken, waarnaar zij al enkele maanden uit hebben gekeken. Nog drie uur reizen voor de boeg. De reisbussen staan klaar om ons 200 kilometer noordwaarts te brengen. Het doel is Rosh Haniqra, de Israëlisch/Libanese grens. Rosh Haniqra........als we aankomen druk bezig met het verwerken van tientallen Israëlische militaire transporten. Na de invasie in Libanon heeft Israël het land bezet, de Palestijnse guerilla-organisaties zijn grotendeels vernietigd en zij die het overleefden zijn het land uitgezet. Wat overbleef zijn de stille getuigen van het oorlogsgeweld. Transporten van vernield materieel, veroverde voertuigen, gewonden, gevangenen, doden en niet te vergeten transporten van lege munitiekisten. Duizenden lege munitiekisten.

TWEEDE MISSIE

Het is mijn tweede missie. Met het idee om nimmer naar Libanon terug te keren, verliet ik op 3 juni 1981 het Hoofdkwartier van Unifil in Naqoura. Ik was werkzaam geweest bij MPCoy, een internationale militaire politieorganisatie. Zes maanden Libanon, waarvan vier maanden als detachementscommandant in Tyrus, waren genoeg voor mij. Ik had in die periode genoeg ellende, onbegrip en verwarring meegemaakt. “Never Again”, was mijn gedachte.........!

Nu sta ik weer op Rosh Haniqra. De eerste herkenningspunten doemen voor mij op. Uitzicht hebbend over half Zuid-Libanon, straalt het Hoofdkwartier in Naqoura mij tegemoet. Een helder wit Unifil-dorp, bestaande uit honderden prefabs en enkele stenen gebouwen. Op dezelfde hoogte, iets oostelijker gelegen, ligt het echte Naqoura, een Libanees dorp, stoffig en grijs. Gelaten stap ik in de reisbus, die me naar Camp Martin zal brengen. Ik voel me vreemd. Na de invasie van Israël in Libanon moest ik terug. Vrijwillig, waarom weet ik niet. Iets in mij, dwong mij om terug te gaan. Na mijn terugkeer in Nederland heb ik nooit afstand kunnen doen van Libanon. Een jaar lang heb ik over haar gesproken met familie, kennissen en collega’s. Toch heb ik het nooit van mij af kunnen praten.

OVERLEDEN TIJDENS DIENST

Het zevende bataljon wacht op de nieuwe rotatie. Camp Martin, verblijfplaats van de MP-compagnie, wacht op mij. Martin heb ik nog gekend, een sympathieke Ierse sergeant. ‘Overleden tijdens dienst’, vermeldt zijn gedenksteen, die ter zijner gedachtenis op het Camp is geplaatst. Een fatsoenlijke tekst voor iemand, die zo beroerd is doodgegaan, maar wie weet dat nog? Elke zes maanden komt er een nieuwe rotatie, nieuwe mensen, die Martin niet gekend hebben. Ik word begroet door de leden van de MP-compagnie. ‘Oh, new Dutch, welcome, welcome’. Na administratief ingeboekt te zijn, betrek ik een prefab. Als ik klaar ben met het inrichten zie ik, dat ik hem onbewust zo ingericht heb, zoals ik destijds mijn ‘oude’ heb verlaten.

VERBRANDE LICHAMEN

De eerste week probeer ik weer in het oude ritme te komen. Het lukt niet, want sinds de invasie is er ontzettend veel veranderd. Direct heb ik een jeep gepakt en ben daarmee de bataljonsgebieden ingetrokken. Via de kustweg ben ik naar Tyrus gereden. Bij het tankstation aan de Noordroute ben ik gestopt. De Noordroute bestond nog, het tankstation niet. Alleen puin en overgebleven resten van de lichamen van PLO-strijders, die door vlammenwerpers om het leven zouden zijn gekomen. Ze zijn inderdaad allemaal verbrand, maar vlammenwerpers? Die week rijd ik ruim vierhonderd kilometer. Rondom Tyrus en Tyre-pocket, het voormalige gebied van de PLO, ligt alles in puin. Tyrus zelf mag ik niet in, want het Israëlische bezettingsleger maakt de dienst uit.

Het MP detachement Tyrus is gespaard gebleven. Er is doelgericht gebombardeerd. Wat niet geraakt is, mocht niet worden geraakt. Meerdere dure huizen zijn als door een wonder gespaard gebleven. Toch bouwen de Libanezen alweer. Gaten in muren worden gedicht, waterleidingen worden gerepareerd. Het elektriciteitsnet functioneert weer gedeeltelijk. Puin wordt geruimd en de lijken daaronder worden geborgen. Alleen de stank blijft. Zuid-Libanon is herstellende van de zoveelste klap, die het te verduren heeft gekregen. Unifil, vredesmacht in Libanon, is ook herstellende. Tijdens en na de invasie heeft zij veel kritiek over zich heen moeten laten komen. Het bestaansrecht van Unifil heeft een wankele basis gekregen. Unifil heeft gefaald, wordt er geroepen. Niet door de Libanezen, maar door o.a. Nederlanders.

Midden oktober zal het Mandaat, waarop Unifil steunt, zijn verlopen. Er zal een nieuw Mandaat moeten worden aangenomen. Weer voor twee maanden? Enkele bataljons denken aan het terugtrekken van hun troepen uit Unifil. Op 7 oktober 1982 werd het Nederlandse bataljon bezocht door een delegatie, bestaande uit o.a. de Minister van Defensie, Mr. H.A.F.M.O. van Mierlo en de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht, generaal T.J. de Geus. Drie dagen reist de Minister door het Nederlandse gebied. Hij stelt zich op de hoogte door gesprekken met de soldaten. Vraagt over motivatie, sfeer, invasie en legering. Krijgt antwoorden en vormt zich een beeld over het Nederlandse bataljon. Een beslissing zal binnenkort in Nederland genomen moeten worden. Wel of niet doorgaan met Unifil?

Het Nederlandse bataljon zal maar één beslissing weten te waarderen. Doorgaan, zolang Libanon herstellende is. Doorgaan, omdat de dorpen in Zuid-Libanon lange tijd onbewoond zijn geweest en de bevolking nu aan het terugkeren is. Doorgaan, omdat men bezig is met het herstellen van de schade en doorgaan, omdat men akkers begint te verbouwen en sommige oogsten zelfs al binnengehaald kunnen worden. Wat ik zelf denk? Ik kan daar niet over oordelen. Ik heb de Minister slechts wat uitspraken horen doen. Ik werk hier gewoon zes maanden en daarna komt mijn opvolger........

Woodshoe