De Burgeroorlog
In 1943 was Libanon onafhankelijk geworden waarbij bepaald was dat de helft van de parlementszetels door christenen bezet zouden worden waarbij zij ook een groot aantal belangrijke functies mochten vervullen. Inmiddels was de hoeveelheid moslims in het land echter toegenomen en deze groep vond dat ze niet genoeg invloed hadden binnen de politiek. Er ontstonden spanningen tussen de moslims en de christenen. Verder was er een grote groep Palestijnen waaronder de Palestina Liberation Organization (PLO) die zich vanaf 1970 in Libanon vestigden en hun strijd tegen Israël voor een Palestijnse staat wilden voortzetten. De PLO voer vanuit Libanon aanvallen uit op Israël waardoor er voor Libanon de dreiging ontstond om door Israël aangevallen te worden.
Begin burgeroorlog
Als begin datum voor de burgeroorlog die uitbrak in Libanon wordt vaak 13 april 1975 aangewezen. Op deze dag pleegden Palestijnen een aanslag op de leider van de Falangisten een christelijke beweging. Er braken vervolgens gevechten uit tussen leden van de christelijke beweging en de Palestijnse groeperingen. Het Libanese leger wist niet wat ze moesten doen, omdat een keuze alleen maar voor meer verdeeldheid in het land zou zorgen. De vijandigheid verspreidde zich over het land met aan de ene kant het Libanese Front bestaande uit vooral christenen en aan de andere kant de Libanese Nationale Beweging die bestond uit met name Palestijnen.
PLO en de ADF
De PLO ging zich vanaf januari 1976 actief mengen in het conflict en begon met het aanvallen van christenen in Libanon. Buurland Syrië greep in mei 1976 in en probeerde de rust te herstellen. Verscheidene pogingen om een staakt-het-vuren te laten slagen, mislukten. In oktober van dat jaar organiseerde Syrië in Saoedi-Arabië een vredesconferentie waar werd besloten om het Arab Deterrent Force (ADF) in te zetten, een speciaal leger om het conflict in te dammen.
Inval Israël
De PLO vluchtte naar Zuid-Libanon omdat ze hier beter beschermd waren tegen de ADF. Tot groot ongenoegen van Israël die de christelijke bevolkingsgroep in Libanon ging steunen. Zowel het Libanese leger als de ADF waren niet in staat om de PLO te verdrijven en in het voorjaar van 1978 ging Israël over tot actie en viel Libanon binnen. De Verenigde Naties dwong Israël na drie maanden om Libanon te verlaten en zette de vredesmacht UNIFIL in om de grens tussen Israël en Libanon te bewaken.
Strijd in Libanon
Inmiddels was Syrië zich steeds meer pro-Palestijns aan het opstellen en kostte het Syrië steeds meer geld om de ADF in te zetten in Libanon terwijl deze niet de gewenste rust bracht. In februari 1978 raakten de ADF en het Libanese leger slaags waarbij de ADF zich tegen de christenen in Libanon keerde. In 1980 braken er ook gevechten uit tussen sjiitische en soennitische moslims uit.
Vredesakkoord Israël en de PLO
Op 24 juni 1980 sloten Israël en de PLO een vredesakkoord dat hield tien maanden stand. Toen de PLO weer begon met aanvallen op Israël viel het land Libanon op 6 juni 1982 voor de tweede keer binnen. Dit zorgde voor een nieuwe stroom aan geweld. Het Israëlisch leger verliet Libanon vervolgens weer in oktober 1983.
Vredesakkoord van Taif
Op 4 november 1989 werd het Vredesakkoord van Taif getekend door het Libanese parlement waarbij vrede werd gesloten tussen de verschillende strijdende partijen. President Aoun werd in november 1989 vervangen door Hrawi. Aoun was echter niet bereid de situatie accepteren. Hij probeerde vervolgens door middel van geweld zijn positie terug te krijgen. Pas in oktober 1990 wist het Syrische leger hem tot overgave te dwingen. Hiermee kwam er een einde aan de bloedige Libanese Burgeroorlog.