Henk Verhaaf
Geschreven door Menke de Groot - 20 oktober 2013
Henk Verhaaf volgde de LTS afdeling metaal en ging vervolgens werken in de schuimrubberindustrie. In 1979 was hij 19 jaar en kwam op in Zuid-Laren. Bij zijn aanmelding had hij de keuze gehad waar hij naar toe zou willen: naar Duitsland, in Nederland ingezet worden of bij een VN-onderdeel geplaatst worden.
Verhaaf koos voor de VN en begon aan zijn opleiding hiervoor. In de Adolf van Nassau kazerne was indertijd het 44ste Pantserinfanteriebataljon gelegerd; dit bataljon was toegewezen door de Regering als VN eenheid zodat, mocht de situatie zich voordoen, het direct klaar gemaakt kon worden voor uitzending. Verhaaf voltooide de opleiding en was tijdelijk in de Harskamp voor een schietsessie toen hij en zijn maten op het NOS- radiojournaal hoorden dat er gevraagd was om vredessoldaten te sturen voor een missie in Zuid- Libanon.
Dat was een beetje slordig omdat de soldaten die het betrof nog van niets wisten! De reden was dat er wel een telex was gezonden vanuit Den Haag naar Zuid-Laren, maar die boodschap had de rekruten in de Harskamp nog niet bereikt. Indertijd was de bekende overste Bert Lensink de bataljonscommandant van Verhaaf (afbeelding rechts). Het bataljon vertrok op 10 maart per Jumbojet naar Libanon. Verhaaf zou in eerste instantie zes maanden aldaar verblijven maar tekende voor drie maand bij, omdat hij zijn diensttijd niet in de kazerne in Nederland wilde verdoen.
In Libanon diende hij onder kapitein Oolders en eerste-luitenant Hogenwerf. Deze raakte later zwaar gewond toen hij een handgranaat onschadelijk wilde maken. In Libanon behoorde Verhaaf dus bij de eerste lichting; dat betekende dat alles nog opgebouwd moest worden. Bij aankomst loste het bataljon de Fransen aldaar af en werden nieuwe onderkomens gebouwd en patrouilles gelopen. De soldaten hadden geen moment rust, want er moest wacht gelopen en zandzakken gevuld (ten behoeve van de road blocks en bunkers) worden.
In de Nederlandse media daarentegen werd, zoals we eerder al bij de Politionele Acties gezien hebben, een beeld opgehangen dat in het geheel niet strookte met de werkelijkheid; volgens de media zouden de soldaten vertoeven op het gele strand aan de blauwe zee en hun tijd in ledigheid doorbrengen!
In schril contrast met dit beeld hadden de soldaten echter geen moment rust omdat iedere minuut werd gebruikt voor de opbouw. Op 30 april kreeg het bataljon een verrassingspakket van de Oranjevereniging van Zuid-Laren waarin zich een handdoek met de beeltenis van Berend Botje bevond (wij begrepen van Verhaaf dat de zin: nooit kwam Berend Botje weerom niet op hem van toepassing was).
Verhaaf was geplaatst bij het verkenningspeloton op post 7.7 en de later omgekomen Siebe Boonstra op post 7.9. Dit waren eenheden die in zeer moeilijke omstandigheden moesten opereren. In de tijd dat Verhaaf dienst deed in Libanon sneuvelden naast Siebe Boonstra, Kees van Rijn en Filip de Koning.
In 1981 ontving Verhaaf op legerplaats Crailo de Libanon herinneringsmedaille. Het bevrijdingsdefilé in Wageningen was de eerste gelegenheid waarbij de leden van de dan net opgerichte U.N.I.F.I.L.- vereniging meeliepen; het jaar daarop besloten de leden in uniform deel te nemen (Enkele jaren later liep het peloton U.N.I.F.I.L. veteranen als eerste met de witte anjer). Een van de weinige andere eenheden die ook in het oorspronkelijke uniform meelopen is de eenheid van de mariniers uit Nieuw-Guinea.
Terug in Nederland ging Verhaaf werken in de beveiliging. In deze sector klom hij op en is hij nog steeds werkzaam. Hij zegt echter dat er geen dag voorbij gaat dat hij niet aan de tijd in Libanon denkt en geeft onder meer tijdens Bussum Bridgehead 2013 maar ook bij andere evenementen lezingen over vredesmissies in het algemeen en Libanon in het bijzonder.
Verhaaf is lid van de U.N.I.F.I.L.-vereniging. Twee ooms van hem waren ook actief in het leger: W. van Lent was gedurende twee jaar actief in Nederlands-Indië bij de Aan en Afvoertroepen (AAT) en ook de andere oom bracht daar zijn dienstjaren door.
Tenslotte vroegen wij aan Verhaaf wat nu de toegevoegde waarde voor de persoon van dienen in het leger is. Hij antwoordde dat men in het leger met name kameraadschap en zelfstandigheid in denken en doen leert.
Op de post in het heuvelachtig Zuid-Libanon leerde de militair zelfstandig de eigen zaken op te knappen en op zichzelf en de kameraden te kunnen vertrouwen. Verhaaf zei tenslotte dat hij Bussum Bridgehead en re-enactment als een geweldig middel ziet om de militaire stand weer dichter bij de burgers te brengen en de burger tevens een stuk (militaire) geschiedenis te leren.