Ik was erbij: missie naar Libanon

Bron : PlusOnline - 21-03-2014

De missie in Libanon die het leven veranderde

In 1979 vertrok de eerste lichting Nederlandse militairen naar Libanon als onderdeel van de VN-missie Unifil. Do Schat (56) uit Almelo was erbij. “Ik ben nog nooit zo bang geweest.”

Er gaat geen dag voorbij dat ik niet aan Zuid-Libanon denk. Ik had nooit kunnen vermoeden dat die paar maanden mijn leven zo konden veranderen. Ik herinner me nog hoe we tijdens een nachtelijke patrouille stonden uit te rusten op een bergkam. Ineens zagen we dat er in de buurt geschoten werd. Opeens draaide het vuurwerk onze kant op en vlogen de kogels ons om de oren. Ik ben nog nooit zo bang geweest.

Terug in Nederland heb ik veel problemen gekregen. Ik ben me gaan afsluiten voor de buitenwereld, verdroeg geen kritiek, verloor vrienden en banen, en ben drie keer gescheiden. In 1990 ben ik voor het eerst teruggegaan. Dat heeft me goed gedaan.

Terug naar het verleden
Ik liep door het dorpje Haris, waar ons hoofdkwartier was, zag de plek waar onze tenten hadden gestaan en de schuilkelder. In het winkeltje waar we destijds bijna elk vrij uurtje doorbrachten, liet ik foto’s zien van negentien jaar geleden. De man achter de toonbank herkende de vroegere eigenaar Abu Moussa en stuurde me naar zijn huis. Vanaf dat moment was ik niet meer alleen in Haris, want Abu Moussa ontving me groothartig en het hele dorp liep uit om me te zien.

Sinds 2009 ga ik één keer per jaar terug en langzamerhand valt er een last van mijn schouders. Haris verandert, de wegen zijn beter, er is veel bijgebouwd en er zijn maar liefst drie scholen. Mensen vertellen me vaak dat ze gelukkig waren met de Nederlanders en dat we veel goeds voor het dorp hebben gedaan. Mijn frustratie over de zinloosheid van de hele operatie in Libanon is verdwenen.”

Erg eenzaam

“Ik was commandant van een compagnie in Libanon. Regelmatig bezocht ik de pelotons. Soms ging ik mee op patrouille, soms naar een waarnemingspost, bijvoorbeeld 7-15a. Je liep dan door een vallei met een stroompje water. Eerst steil naar beneden, daarna de rivier volgen en weer omhoog. Vijf of zes mannen waren aanwezig op die post, erg eenzaam.”

Arie Menken (67), Ermelo

Drieploegendienst

“Onze werkplek lag boven op een heuvel en bestond uit een ruïne van een woonhuis met daaromheen een stuk of vier grote legertenten. We hadden met ongeveer twintig man een drieploegendienst. Twaalf uur wachtlopen bij het roadblock, twaalf uur rusten en daarna een soort ‘stand-by’-dienst voor onderhoud en het inslaan van voorraden.”

Jaap Groenendijk (56), Bleiswijk