Politie-agent spelen niet bevredigend
Erik Erkelens ging naar Libanon omdat hij 'wilde bewijzen dat UNIFIL daar nuttig werk deed'. Hij had weinig zin om als militair in Nederland te blijven. 'In die oefeningen hier zag ik geen heil'. Van juni tot oktober 1980 bemande hij als soldaat post 7-13 bij Scribbin.
Het werk in Zuid-Libanon noemt hij 'politie-agentje spelen'. 'Je pakte infiltranten op, nam hun wapens af en voerde de mensen weg. Na een tijdje werden die dan vrijgelaten. De wapens volgden een paar dagen later.' Hij werd herhaaldelijk geconfronteerd met intimidatiepogingen. 'Dan kwam een jeep met gewapende strijders de wadi afrijden. Die stopte onderaan de heuvel waarop wij lagen. Na een tijdje gingen ze weer. Contact maakte je niet; je bleef alleen alert.'
Omkooppraktijken zijn Erik ook niet vreemd. 'Je kreeg bij een roadblock druiven, wijn en dergelijke aangeboden, met het doel ongehinderd te kunnen doorrijden. Dat kon natuurlijk niet. We hebben trouwens nooit iets gevonden.
Erik geeft de regering gelijk met het besluit tot terugtrekking omdat het te gevaarlijk werd. 'Maar dan wordt dat land wel een speelbal tussen al die groeperingen. Wat moet er met het volk gebeuren?' Hij zou meteen terug willen. 'Maar wel met vakantie als het ooit rustig wordt in dat land.' Op zijn blauwe baret is hij trots. 'Dat anderen hem hebben verkocht, snap ik niet,' zegt Erik, nu plaatsvervangend beheerder in een grote supermarkt.