Overloper !

Eildert Mulder − 05/05/01, 00:00

Max Kroes diende destijds bij Unifil in Zuid-Libanon, kon thuis niet meer aarden en ging terug. Dit keer om zich bij de milities van de gevreesde Libanese majoor Saad Haddad aan te sluiten die de Nederlandse troepen juist al die jaren onder vuur hadden genomen. Nederlandse veteranen vinden het een schande dat Kroes onlangs een militair invaliditeitspensioen (MIP) heeft gekregen.

 

De Haagse politieman Max Kroes maakt er zelf geen geheim van dat hij in 1981 en 1982 bijna een jaar heeft gediend bij een militie in het zuiden van Libanon, die Nederlandse vredesmilitairen bombardeerde, beschoot en ontvoerde. In een telefoongesprek komt hij er rond vooruit.

,,Ik zou het nu niet hebben gedaan'', zegt hij. ,,Maar het was geen normale situatie.'' Het ministerie van defensie zegt geen weet te hebben van Kroes' tweede dienstverband bij de Libanese majoor Saad Haddad. ,,Dat moet ik dan op uw gezag aannemen'', zegt een woordvoerder. Kroes zegt dat hij alles heeft verteld, aan Defensie en aan zijn huidige werkgever, de politie Haaglanden: ,,Ik heb niet gelogen, dat zou ook zinloos zijn geweest''.

Een eerder kort werkverband met Haddad ontkent niemand. Kroes' escapades, begin jaren tachtig in het mooie Zuid-Libanese middelgebergte waar nu de Hezbollah heerst, zouden er na 20 jaar niet meer toe hoeven te doen, ls de voormalige korporaal niet onlangs een militair invaliditeitspensioen (MIP) had gekregen. Niet vanwege een afgeschoten been maar omdat hij volgens een psychiater bij Unifil een geestelijk trauma heeft opgelopen. Dat zou ook verklaren waarom hij naderhand dienst heeft genomen bij de Haddad-militie.

Het is allemaal in het verkeerde keelgat geschoten van veteranen van de vredesmacht Unifil, die zelf met psychische problemen kampen. Ook zij hebben die overgehouden uit hun dienst bij Dutchbat, het Nederlandse bataljon dat probeerde de schijn van een vrede te bewaren in het zuiden van Libanon, te midden van legers, krijgsbendes en bandieten. Voor veel van die getraumatiseerden is het onaanvaardbaar dat een overloper nu van de staat geld krijgt.

Van 1979 tot 1986 hebben in totaal ruim achtduizend Nederlandse militairen gediend bij Unifil. Het was de eerste grote Nederlandse vredesmissie. Later zijn er zoveel andere vredesoperaties geweest dat Unifil in het bewustzijn is weggezakt. De wervingscampagne schetste destijds een lollig beeld van Unifil: een betaalde vakantie van een halfjaar, surfen en zwemmen in de Middellandse Zee, bruin terug naar huis.

Het is ondoenlijk om in een paar regels te beschrijven hoe het in Libanon wél was. Met surfen had het niets te maken. In gesprekken met getraumatiseerde Unifil-militairen springen twee elementen eruit: het gevoel van machteloosheid in Libanon zelf en het onbegrip en gebrek aan erkenning in Nederland. ,,Toen ik mijn ouders vertelde dat we in Libanon gebombardeerd waren zeiden ze: nee, dat is niet zo, want dat heeft niet in de Achterbannier gestaan'', vertelt Jaap, die in 1980 in Libanon diende en toen achttien was. De Achterbannier was een Defensiekrantje voor familieleden.

Er zijn ook oud-Unifilmilitairen die prachtige herinneringen hebben aan Libanon. Maar dat helpt de getraumatiseerden weinig. Ze raken er hun nachtmerries niet mee kwijt of hun nog griezeliger flashbacks overdag. Sommigen hadden meteen na terugkeer in Nederland al problemen, bij anderen kwam de doffe ellende pas na 15 of 20 jaar. Er zijn veel zelfmoorden en relatieproblemen. Voor getraumatiseerden is Libanon geen verleden tijd maar actueel heden. Vandaar de felheid van de woede over Kroes, die zichzelf overigens ook ziet als een getraumatiseerd slachtoffer.

Tot de woede draagt bij dat anderen soms jarenlange, slopende juridische gevechten moeten leveren voor hun MIP, terwijl bij Kroes de zaak in een jaar rond was. Hij kreeg 80 procent toegewezen, terwijl veel anderen het met minder moeten doen.

Unifil bewaakte een zone in het zuiden van Libanon. Ten noorden daarvan zaten Palestijnse guerrillagroepen en Libanese geestverwanten. Aan de zuidkant opereerde in een smalle strook bij de Israëlische grens de militie van majoor Haddad, die af en toe Nederlandse posities met mortiergranaten bestookte. De majoor drukte, veilig leunend op zijn Israëlische beschermers, zijn ongenoegen over de vredessoldaten of de dorpelingen in het Unifilgebied ook wel uit met fosfor. Bij die militie diende Kroes tweemaal als huurling.

Ook met de Palestijnen en hun bondgenoten had Unifil de nodige problemen. Zo kun je in een paar pennestreken de toestand beschrijven, maar met de aantekening dat het allemaal nog ingewikkelder was. Ook in Unifil-gebied waren guerrillaposten, met een gedoogstatus. Families vochten hun vetes uit onder de dekmantel van de burgeroorlog. Elke poging om de situatie te begrijpen is tot mislukken gedoemd. De enige manier om erachter te komen wat een burgeroorlog is, is dat je hem zelf meemaakt. En dan snap je er nog minder van.

In die inderdaad 'niet normale situatie' kwam de beroepsmilitair Kroes in juni 1979 terecht. Hij was toen 21. Als technisch specialist repareerde hij Unifil-voertuigen. Ook werkte hij als chauffeur. In maart 1980 zat zijn tijd in Libanon erop. Hij belandde in een kazerne in Garderen. Al in april sprak hij in Metoella, een Israëlische stad bij de Libanese grens, met Haddad. ,,Ik kon in Nederland niet wennen'', zegt Kroes. ,,Ik wilde helemaal niet bij Haddad. Ik wilde hulp.'' Juist in die periode verkrachtten en vermoordden Haddadstrijders drie Ierse Unifil-militairen.

Nederlandse diplomaten beloofden Kroes dat hij hulp zou krijgen bij zijn aanpassing thuis als hij niet in dienst ging bij Haddad. Kroes volgde die raad op maar volgens hem kwam van de beloften niets terecht, waarna hij in juni 1980 opnieuw naar Haddad ging. Hij diende 14 dagen bij de majoor. Weer liet hij zich bepraten, deze keer door Nederlandse officieren. Hij boette met een maand strafdienst in Nieuwersluis en ontslag uit de dienst.

De tweede, veruit langste dienstperiode, in 1981 en 1982, vindt het ministerie van defensie niet ter zake doen, omdat Kroes niet als deserteur maar als burger bij Haddad diende. Maar die lui schoten toch op Unifil? ,,Als hij toen verkeerde dingen heeft gedaan, dan had het openbaar ministerie actie moeten ondernemen'', zegt de Defensievoorlichter.

Defensie zegt dat de uitvoeringsinstantie Uszo-defensie verantwoordelijk is voor de toekenning van een MIP. Maar Uszo zegt alleen de medische kant te bekijken. Defensie beslist. Het kan een veto uitspreken vanwege 'onwaardig gedrag'. Volgens de Defensievoorlichter kan dat alleen na een veroordeling. Hij weet niet of Defensie Uszo verteld heeft over Kroes' tijd bij Haddad. Die informatie is wezenlijk voor een psychiater, die moet vaststellen of Kroes zijn trauma's heeft opgelopen bij Unifil of bij Haddad. In het eerste geval verdient hij wel een MIP, anders niet. Kroes zegt geen informatie voor defensie achter te hebben gehouden.

Zijn avontuur bij Haddad bood alle kans op trauma's. Kroes zegt dat zijn nachtmerries zowel over de periode bij Unifil als bij Haddad gaan. Hij maakte de Israëlische invasie in Libanon mee. Er hebben Haddad-mensen meegedaan aan de massamoorden in de Palestijnse kampen Sabra en Sjatila, in september 1982. Robert Fisk, correspondent van de Britse krant The Independent, en collega's hoorden dat vlak na de slachtpartijen van overlevenden. Fisk schrijft dat in zijn boek Pity the Nation.

Kroes zegt dat hij bij het Israëlische beleg van Beiroet, in de zomer van 1982, in het zuiden van die stad is geweest. Hij was chauffeur en zegt dat hij pas later, toen hij al weer in het zuiden van Libanon terug was, over de moordpartijen heeft vernomen. Zelf heeft hij in zijn diensttijd bij Haddad nooit een schot gelost, zegt hij. Volgens een ANP-telex zeiden hij en een maat na de eerste priode bij Haddad, in juni 1980, op Schiphol dat ze hadden meegedaan aan een beschieting van een Palestijns kamp. Kroes ontkent dat nu.

Psychiater W. op den Veld weet veel over ex-militairen die lijden aan een post-traumatische stress-stoornis (PTSS). ,,Het zou mij een gesprek van zes uur kosten om er in een geval als Kroes achter te komen of de trauma's zijn ontstaan bij Unifil of bij Haddad'', zegt hij. ,,En dan nog blijf ik afhankelijk van de informatie die de persoon zelf geeft. Ik ga er overigens van uit dat Defensie niet over een nacht ijs is gegaan.''

Het verhaal van Kroes vindt hij niet bij voorbaat ongeloofwaardig: ,,Ook Vietnam-veteranen hebben, als gevolg van hun trauma, later hun diensten aanboden aan landen en organisaties waarmee Amerika op slechte voet stond. Ook dat leverde enorme spanningen op met oude strijdmakkers. Zulk gedrag kan zich voordoen bij 'ideologische verwarring', als soldaten niet begrijpen waarvoor ze vechten. Bijvoorbeeld in Vietnam, maar ook bij Nederlanders in de politionele acties in Indonesië.''

Op den Veld denkt niet dat de opgelaaide emoties snel tot rust zullen komen. ,,Een storm houdt nooit zijn volle kracht maar de confrontatie zal altijd pijnlijk blijven. Een van de problemen bij PTSS is dat mensen hun woede niet kunnen reguleren.'' Hij voegt er, terugkomend op Kroes, aan toe: ,,Niet elke overloper lijdt aan PTSS, er kunnen ook andere motieven spelen.''

De 'ideologische verwarring', waarover Op den Veld het heeft, bracht bij de politionele acties Poncke Princen ertoe om over te lopen naar de Indonesiërs. Een boze Libanon--veteraan: ,,Wie weet is die net als Kroes vanwege een trauma overgelopen. Die hadden ze dan ook maar een MIP moeten geven.''

Kroes werkte nog enige jaren in een Israëlische kibboets en een hotel in Eilat. In 1987 kwam hij bij de Haagse politie, na toestemming van de hoofdofficier van justitie. Kroes: ,,Die had ik nodig vanwege mijn verblijf in Nieuwersluis.'' Hij bewaakt nu ambassades en het paleis van justitie.

Kroes had, zegt hij, al in 1980, meteen na Unifil, nachtmerries: ,,Bij een transport naar Beiroet drukte een guerrillastrijder eens een automatisch geweer op mijn borst. Ik heb beschietingen meegemaakt. Maar in Garderen kon ik daarover met niemand praten.'' In 1998 sloegen bij hem de stoppen door, toen hij ontwaakte uit een narcose, na een armoperatie.

Hij kreeg hulp, eerst bij het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam en daarna bij de Stichting '40-'45 in Oegstgeest. Tot diep verdriet van veel Unifil-veteranen heeft ook de BNMO, de Bond van Nederlandse Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers, zijn lidmaatschap aanvaard.

Iedereen die bij Unifil een trauma heeft opgelopen kan lid worden van de BNMO. Directeur Louis Timmermans ziet geen rechtsgrond om Kroes te weigeren, waarbij komt dat Kroes nergens anders de specifieke hulp kan krijgen, die de BNMO biedt. ,,Een trauma kan zich op veel manieren manifesteren, ook in de vorm van desertie'', zegt hij. ,,Ook Kroes is een slachtoffer. We moeten in Nederland maar eens onder ogen zien wat er kan gebeuren met mensen die we uitzenden voor een vredesmissie.'' Wel wil hij Kroes en andere Liba non-gangers uit elkaar houden en zal hij Kroes afraden mee te doen aan Libanon-programma's, waarbij lotgenoten elkaar ondersteunen.

Kroes voelt zich geen verrader. Hij ziet ook geen redenen excuses aan te bieden: ,,Ik heb geen Nederlander iets aangedaan. Ik heb altijd in sectoren gewerkt waarin ik niet met Unifil te maken kreeg. Ik zou wel eens willen weten wie zo boos op mij zijn, hoeveel mensen dat zijn. Ik ken ook Libanongangers die begrijpen wat ik heb gedaan. Ik denk dat ze hun problemen op mij projecteren. Het is voor beide partijen pijnlijk.''

,,Ik gun hem alle hulp, die hij nodig heeft'', zegt een oud-Libanon-ganger. ,,En ik zal geen brief schrijven aan de Haagse korpschef Jan Wiarda. Maar die MIP en het lidmaatschap van de BNMO, die verdient hij niet.''