Rende van de Kamp

Op verzoek een biografie van Rende van de Kamp, de schrijver van het boek Onder vreemde vlag (Uitgeverij Aspekt, Soesterberg).

De 46-jarige Van de Kamp gaat naar school in Deventer, waar hij de Revius Scholengemeenschap bezoekt. Van de Kamp zit hier op het Atheneum. Op school vindt hij het maar niks en zoals hij beschrijft in zijn boek heeft hij een grote hekel aan de linkse sfeer die er heerst onder de leraren. Alleen met de sportleraar, een oud-officier van het Korps Mariniers genaamd Anton Brouwer, kan hij het goed vinden. Op 18-jarige leeftijd gaat hij van school zonder diploma en wordt huzaar bij het Regiment Huzaren van Boreel. Eerst doet hij in Amersfoort de opleiding tot tankschutter op een Leopard 1, vervolgens vertrekt hij naar de parate hap in Seedorf, waar hij wordt ingedeeld bij het 103 Verk. Bat. Hier doet Van de Kamp mee aan de trainingen voor de prestigieuse Boeselager Trofee. Als kameraden heeft hij hier de huzaren, Kees de Wit, Popko Kuiper, Ketelaars en Freek Weber.
Wanneer Van de Kamp hoort dat er vrijwilligers worden gevraagd om met Unifil naar Libanon te gaan geeft hij zich op. Hij vertrekt naar Assen voor de opleiding (die niets voorstelt volgens hem). Als kameraden noemt hij hier, Van Welzen, Max van Wijk en John Versteeg.

In Libanon aangekomen wordt Van de Kamp gelijk enthousiast. Over dit prachtige land met zijn gastvrije inwoners dat verscheurd wordt door oorlog heeft Van de Kamp ook gelijk een mening. Hij sympathiseert sterk met Israel en de Christelijke Milities van Majoor Haddad, helemaal nadat een aantal van zijn kameraden worden gegijzeld door een eenheid van de extreem-linkse PFLP, een splintergroep van de PLO. Hij heeft het daarna ook niet meer zo op met Unifil en de VN. Van de Kamp noemt in zijn boek de namen van een flink aantal Nederlanders die bij dezelfde PFLP een terreuropleiding "genoten" en geeft een bloemlezing van de "wapenfeiten" van de PFLP. Inderdaad niets om trots op te zijn.

Rende van de Kamp is al sinds zijn jeugd geboeid door het fenomeen huurlingen en wanneer hij na terugkeer in Nederland niet als beroepsmilitair bij het Korps Commando Troepen terecht kan vertrekt hij via Israel opnieuw naar het zuiden van Libanon waar hij zich aanmeldt bij het legertje van Sa'ad Haddad. Van de Kamp doet hier mee aan patrouilles en draait wachtdiensten. Ook is hij onder meer betrokken bij een bomaanslag op zijn gastheer. Na een paar maanden keert Van de Kamp terug naar Nederland en gaat hier op herhaling. Tijdens deze herhalingsoefening worden vrijwilligers gevraagd voor de nieuw te vormen MFO (Multinational Force and Observers) in de Sinaï-woestijn. Van de Kamp is meteen enthousiast en geeft zich op. Helaas voor hem moet hij 4 tot 5 maanden wachten tot de opleiding begint en dus vertrekt hij opnieuw naar Libanon. Deze keer is hij met een groot aantal huursoldaten gelegerd in Maryayoun. Ook enige Nederlanders zijn van de partij: Nico Boontjes en Max Kroes. Van de Kamp maakt deze keer de aanloop mee naar de grote Israelische invasie van 1982. Bij de inval zelf is hij echter net weer terug in Nederland voor de opleiding voor de MFO. In de Sinaï zal Van de Kamp niet lang zijn sporen achterlaten. Na een paar maanden al wordt hij na een vechtpartij naar Nederland teruggestuurd. Een ander zou het nu rustig aan gaan doen, maar Van de Kamp hoort dat er huurlingen worden gerecruteerd om Bouterse te verdrijven. Met een aantal Duitse huursoldaten die hij nog kent uit Libanon maakt hij maandenlang plannen voor een invasie van Suriname. Hij ontmoet een aantal topmensen uit het Surinaamse verzet, maar de plannen sneuvelen (door toedoen van de BVD ?) en Van de Kamp vertrekt naar het Franse Vreemdelingenlegioen. Hij wordt hier uiteindelijk onderofficier bij het 2e REP (de para's van het Legioen). Hij bezoekt Djibouti, Tsjaad en de Centraalafrikaanse Republiek. Kort nadat hij na 5 jaar is afgezwaaid breekt de Golfoorlog uit en vertrekt hij hals over kop terug naar het Legioen. Hij gaat tot zijn grote teleurstelling niet naar de Golf, maar wordt instructeur. Begin 1992 gaat hij met een andere onderofficier, de Brit Allen, naar Kroatië en meldt zich aan bij het Kroatische leger. Van de Kamp dient bij twee verschillende eenheden en klimt op tot kapitein bij een speciale eenheid . Beschietingen, patrouilles, gesneuvelde kameraden en politieke spelletjes van de Kroaten. Van de Kamp is actief in Kroatië en Hercegovina, waar stevig wordt gevochten.

In zijn boek noemt Van de Kamp een aantal Nederlandse huurlingen: Max Kroes, Nico Boontjes, Johan Tilder, Rene Mulder, Erwin van der Mast en Arjan Meliesie (die later in Nigeria gegijzelt zou worden).

Het boeiende aan de persoon Van de Kamp is dat hij bijzondere fysieke belevenissen als de zware training in het Vreemdelingenlegioen en zware mentale belasting die komt bij oorlogvoeren combineert met een verrassend reisverslag dat optimistisch, soms humorvol, maar altijd respectvol geschreven is.

bronnen:

Onder vreemde vlag door Rende van de Kamp
De Stentor
NRC Handelsblad
Defensiekrant
Dubbel Vier (veteranenblad van Unifillers)
Checkpoint (veteranenblad)
Nieuwe Revu