De jaren '80
In 1982 viel Israël Libanon op drie fronten aan. Het was de bedoeling alle Palestijnen uit het land te laten wegtrekken. De aanvallen gingen gepaard met zware bombardementen en er vielen duizenden doden.
De christelijke falangisten namen in het begin niet deel aan de strijd, maar keurden de invasie wel goed. Enkele maanden later verlieten de meeste Palestijnen West-Beiroet na bemiddeling van Amerikaanse en Libanese politici.
In augustus 1982 werd Bachir Gemayel, een vooraanstaand falangist, tot president gekozen. Voordat hij zijn ambt kon aanvaarden, werd hij echter met 60 andere falangisten vermoord. Uit wraak moordden de falangisten twee Palestijnse vluchtelingenkampen uit onder bescherming van het Israelische leger. Een week later werd Amin Gemayel, een broer van Bachir, tot president gekozen. Zijn macht bleef echter beperkt. Het officiële Libanese leger had slechts een klein gebied in het midden van het landen in handen.
In de jaren ´80 zijn zeer veel pogingen gedaan om de strijdende partijen om de onderhandelingstafel te krijgen.
Af en toe wisten partijleiders een wapenstilstand te organiseren, maar die duurde zelden lang.
Ook zijn er diverse plannen gemaakt om het politieke stelsel van het land grondig te herzien. Op die manier zouden de maatschappelijke tegenstellingen afnemen en de groeperingen geen reden meer hebben om elkaar te bestrijden. In werkelijkheid is de chaos echter alleen maar groter geworden. Het oorspronkelijke conflict tussen christenen en moslems is al lang niet meer het enige. Er is zelfs verdeeldheid binnen de sjiietische moslems. De twee voornaamste sjiietische partijen zijn de Amal, die steun ontvangt van Syrie, en de fanatieke Hezbollah, die aan de kant van Iran staat. Omdat er steeds meer splintergroeperingen optreden, is het verloop van de strijd in de sloppenwijken van Beiroet langzamerhand erg onoverzichtelijk geworden.