Onder Frans mandaat
Toen Turkije in 1914 aan de Eerste Wereldoorlog deelnam, maakte Libanon vanzelf deel uit van het oorlogsgebied. In 1918 bezetten Franse en Engelse legers de kust. Twee jaar later vormden de Fransen er een nieuwe staat, die behalve de voormalige autonome provincie ook de steden Tripoli, Sidon (Sayda) Sur Tyrus en Beiroet (Bayrut) omvatte. In 1926 kwam een grondwet tot stand, die in 1932 weer buiten werking werd gesteld.
In november 1941 verklaarde de Franse opperbevelhebber, generaal Catroux, Libanon tot een onafhankelijke staat. Dat betekende het eind van het Franse mandaat, maar de overdracht van het bestuur nam wel enige tijd in beslag. In september 1943 had het land een parlement waarin nationalisten in de meerderheid waren. Dit parlement kreeg onenigheid met de Fransen over de bestuursoverdracht. In november wilde de Libanese regering alle bepalingen uit de grondwet verwijderen die volgens haar in strijd waren met de onafhankelijkheid van het land. Volgens het Franse gezag was de tijd daar nog niet rijp voor. De Libanese president werd zelfs gearresteerd en de grondwet buiten werking gesteld. De Verenigde Staten, Groot-Brittannië en de Arabische staten protesteerden tegen deze gang van zaken. De Fransen trokken hieruit hun conclusies en gaven alle openbare diensten in handen van de Libanezen. In 1946 trok Frankrijk zijn laatste troepen definitief terug.